Het is zó frustrerend als je ziet dat slimme, getalenteerde kinderen telkens weer worstelen met simpele taken zoals huiswerk, opruimen en aankleden. Of met het omgaan met boosheid en teleurstellingen. Hoe komt dat? Recent onderzoek toont aan dat bij deze kinderen hun executieve functies nog niet goed ontwikkeld zijn.
Executieve functies
Executieve functies… wat zijn dat precies? Het zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen neemt, impulsen beheerst en kunt focussen op wat belangrijk is. In de literatuur worden de volgende elf vaardigheden onderscheiden:
- Respons-inhibitie: nadenken voordat je iets doet.
- Werkgeheugen: informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van complexe taken.
- Emotieregulatie: emoties reguleren om doelen te behalen of gedrag te controleren.
- Volgehouden aandacht: aandachtig blijven, ondanks afleiding.
- Taakinitiatie: op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
- Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.
- Organisatie: informatie en materialen ordenen.
- Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen.
- Doelgericht gedrag: doelen formuleren en realiseren zonder je te laten afschrikken.
- Flexibiliteit: flexibel omgaan met veranderingen en tegenslag.
- Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te overzien en te evalueren.
Zwakke executieve functies komen voor bij kinderen met ADHD, autisme en leerstoornissen, maar ook bij veel kinderen zonder diagnose.
Tien principes
Bij het ontwikkelen van de executieve functies gelden de volgende principes:
- Een vaardigheid aanleren is beter dan afwachten of uw kind het vanzelf leert.
- Houd rekening met het ontwikkelingsniveau van uw kind.
- Ga van buiten naar binnen. Begin dus met iets dat buiten huw kind is, en trek je geleidelijk terug als de vaardigheid geïnternaliseerd is.
- Bij het veranderen van externe factoren gaat het om de omgeving, de taak of de interactie.
- Gebruik de intrinsieke motivatie van uw kind om iets te leren beheersen.
- Zorg dat taken passen bij het inspanningsvermogen van uw kind.
- Zorg voor aanmoediging.
- Geef uw kind precies genoeg steun om succes te behalen.
- Steun net zo lang totdat uw kind succes heeft.
- Als je stopt met steun en beloningen, doe dat geleidelijk en niet abrupt.